INZICHT – Karma overdracht! 

Tijdens de vraag- en antwoordsessie in Ottawa, die werd gehouden na Swami’s toespraak, vroeg een toegewijde aan Swami: “Vroeger, toen U in uw fysieke lichaam was, nam U voor het welzijn van andere toegewijden regelmatig hun karma op Uzelf.

Maar nu U niet meer in het lichaam bent, wat doet U dan als toegewijden bidden om bevrijd te worden van hun karmische problemen?”

Swami antwoordde: “Niemand kan ontsnappen aan de consequenties van hun karma, want dit is de wet van het universum die boven alles gaat. Daarom, als het niet aan de toegewijde was, dan moest Ik de gevolgen ervaren door ze op Mijzelf over te brengen, net zoals een moeder die zoveel voor haar zieke kind voelt dat zij bid: “Laat mijn kind gezond zijn en mij in plaats daarvan de ziekte hebben.” Maar nu er geen lichaam meer is, dat is gebonden aan ruimte, tijd en oorzakelijkheid in deze fysieke wereld. kan Ik het niet op Mijzelf nemen. Dus moet Ik de toegewijde het laten doorstaan, of Ik kan het overbrengen naar een andere geboorte van de toegewijde. Echter, als iemand onzelfzuchtig bid voor anderen, dan kan Ik dat karma vernietigen, net als zaden die in een vuur vernietigd worden en de kracht om te ontkiemen hebben verloren. Daarom wordt God ook wel aangeroepen met “Karma Dhwamsine Namaha” – eerbiedige begroeting aan de Vernietiger van karma. En daarom vertel Ik aan iedereen om te bidden voor allen, Samastha Loka Sukhino Bhavantu, mogen alle wezens in alle werelden gelukkig zijn.

Als jullie op deze manier bidden voor iedereen en, dan zijn ook jullie gered, want jullie zijn allemaal een deel van die universele iedereen.”

door:  Madhusudan Naidu

Ananda Vahini, nummer 84,  13 juli 2017

INZICHT – Atithi Devo Bhava: Gast is God 

Toen in Ottawa de gastheer kwam om Swami te serveren, merkte hij op dat in de Indiase cultuur de gast wordt beschouwd als God en dat in de geschriften staat geschreven ‘Atithi Devo Bhava’ – God is gast. Het was een groot ideaal waar iedereen naar leefde.

Hij ging verder met uit te leggen dat in die dagen mensen pelgrimages ondernamen en dat zij zeer lange afstanden moesten lopen, omdat er maar weinig mogelijkheden voor transport waren. Tijdens die lange voetreizen was het voor hen niet mogelijk om alles wat zij nodig hadden voor de hele reis met zich mee te dragen. Ook waren er geen motels of hotels zoals tegenwoordig, waar een rustpauze gehouden kon worden. En daarom was det ideaal aan de mensen gegeven dat iedere gast moest worden behandeld als God. Vanwege deze edele cultuur kon men zonder enige angst een reis ondernemen, want men was er zeker van onderdak en voeding te vinden in de huizen van de mensen van de dorpen en de steden die op hun weg lagen. Ook al waren zij onbekenden, vanwege dit ideaal, dat de gast gelijk is aan God, waren de mensen blij om hen gastvrijheid te bieden en beschouwden zij het als een eer om God te dienen door het dienen van gasten. Dit was de cultuur van India, die iedereen beschouwde als iemand van henzelf.

“Vandaag zijn jullie zeer fortuinlijk.” En Swami voegde er met een glimlach aan toe: , “Want het gaat niet alleen maar over ‘Atithi Devo Bhava’ (gast is God), maar het is nu ook ‘Devo Atithi Bhava’ (God is gast).”

door:  Madhusudan Naidu

Ananda Vahini, nummer 83,  6 juli 2017