INZICHT – Verdwaald en gevonden!

Tijdens de wandeling in de bossen waar we naartoe gingen om de oeroude Redwood bomen in het Col Armstrong Redwood National Park in het Santa Rosa County van California te kunnen zien, dachten een paar achter Swami lopende  toegewijden dat Swami het verkeerde pad had gekozen en maakten zich ongerust.

Swami, die ogenschijnlijk nog nooit eerder in dit park was geweest, zag er vol vertrouwen uit toen Hij de andere route nam en door bleef lopen.

Een verontrustte toegewijde probeerde Hem hierop te wijzen, maar zonder resultaat, want Swami leek er niet naar te luisteren en bleef voorop lopen, de anderen achterlatend met geen andere keus dan te volgen.

Eén van de enthousiaste jongerenleden in de groep riep uit:” Oh, met Swami raken we nooit verdwaald in het bos.”

Swami was snel om te zeggen: “Met Swami zul je nooit ook maar ergens in de wereld verdwaald raken.”

 Overweldigd riep de jongere uit: “Swami, ik wil alleen maar verdwalen in God.”

En prompt kwam het antwoord van Swami: “Je kunt niet verdwalen in God, je kunt alleen maar gevonden worden in God.”

Het duurde even voordat ik de diepere betekenis van die verklaring begreep.

Is het niet alleen in Zijn aanwezigheid dat wij werkelijk worden waartoe wij bestemd zijn? Is het niet alleen in Zijn nabijheid dat wij al onze valse vereenzelvigingen verliezen en onze ware aard vinden!

Ja, het klopt. Men kan alleen gevonden worden in God.

 

door:  Madhusudan Naidu

Ananda Vahini, nummer 81,  22 juni 2017

INZICHT – De hele wereld is een droom!

Een paar jaar geleden toen ik in Raipur was, voelde ik mij plotseling behoorlijk ziek. De hoge temperatuur stond mij niet toe uit bed te komen. En het was toen dat Swami in mijn droom kwam, een groene diamanten ring materialiseerde en die om mijn vinger deed. Net als alle dromen van Swami was ook deze zeer verfrissend en gaf veel energie. Het resultaat was dat in de ochtend de koorts verdween en ik mij in de pujakamer aan Hem kon presenteren. Tijdens de ochtendmeditatie vroeg ik aan Swami: “Gisteren kwam u in mijn droom, gaf mij een ring en ik voelde mij zeer gelukkig. “ Hij lachte en zei: “Ja, dat gebeurde in die droom. Dit gebeurt in deze droom.”

“Deze droom!” Ik was in de war.

Oh ja, dit is ook een droom

Ik vroeg: “Waarom zijn wij ons hier niet bewust van, waarom denken wij dat het echt is?”

Wat hij daarna tegen mij zei is een van de meest onthullende verklaringen over de staten van bestaan die genoemd worden in de geschriften, zij zijn Jagrita ( waakstadium), Swapna (droomstadium), Sushupti (diep- slaapstadium) and Turiya (de staat van zuiver Bewustzijn).

Swami zei: “De waarheid is dat dit alles een droom is die na verloop van tijd zal ophouden, en dat alleen het Bewustzijn permanent is. In de droom wist je niet dat je droomde, totdat je wakker werd. En zo ben je ook in deze waakstadiumdroom niet  in staat haar onwerkelijke aard te zien. Alleen wanneer je wakker wordt vanuit deze droom kun je weten wat de werkelijkheid is.”

“Maar Swami,” sprak ik tegen, “ deze droom lijkt zo echt, zo overtuigend.”

“Dat is waar, hoe dieper de details in de droom, hoe overtuigender lijkt het werkelijk te zijn. Hoe meer je zintuigen zich met deze droom bezighouden, hoe meer het werkelijk lijkt te zijn. Om die reden trokken de wijzen hun zintuigen helemaal terug van de zintuiglijke objecten en verbleven de hele tijd in hun werkelijke Zelf en raakten zij niet valselijk overtuigd van de onwerkelijke aard ervan.”

Dit kon ik goed begrijpen, want ik had ervaren dat in die dromen waarin de details fijner waren, ik mij meer er meer betrokken voelde en geloofde dat het werkelijk was, totdat de wekker afging en ik opgelucht wakker werd dat ik bevrijd was van de tijger die mij tijdens de hele droom achterna had gezeten .

“En Ik ben die wekker die je uit deze droom wakker maakt”, onthulde hij met een speelse glimlach.

 door:  Madhusudan Naidu

Ananda Vahini, nummer 80, 15 juni 2017

INZICHT – Als je Mij wilt kennen…..

Terwijl ik mijn dagelijkse meditatie deed in Swami’s kamer, vroeg Hij mij: “Heb je de Bhagavathamu gelezen?” (Bhagavathamu is één va de meest populaire teksten van het heilige verhaal over Heer Krishna.)

Ik antwoordde schaapachtig: “Nog niet Swami.”

“Bhagavathamu Chadivithe Baaga Avuthaamu.” (Door het lezen van de Bhagavatam worden we beter.) Hij speelde heel mooi met het woord Bhagavathamu in Zijn typerende Telugu.

Hij ging verder: “In het woord Bhagavathamu zijn vijf lettergrepen. Bha-ga-va-tha-mu. Elke lettergreep staat voor een bepaalde kwaliteit die men ontwikkelt door het bestuderen van deze heilige tekst. Bha staat voor bhakti (devotie). Ga duidt op gnana (wijsheid). Va- staat voor vairagya (onthechting). Tha betekent…, betekent…, weet je waar Tha voor staat?

Ik was verast, en gehaast flapte ik eruit: “Swami! Is het Thyaganu (offering)?

Nee, het is niet Thyaganu. Ik kan niet meer herinneren waar het voor staat. Okee, de laatste lettergreep ’Mu’ betekent mukthi (bevrijding), besloot Hij.

Maar ik was gefascineerd en vroeg Hem: “Swami! Hoe kan U, de Alwetende, niet weten waar Tha voor staat?”

“Oh weet je, Ik vergeet dingen, soms.” Hij gaf die halve glimlach van ondeugendheid.

Ik wist onmiddellijk dat Hij iets van plan was. En ik wilde het daar niet bij laten.

(Zij die fysiek dicht bij Swami hebben geleefd kunnen weten dat Swami ogenschijnlijk bepaalde dingen leek te vergeten tijdens bepaalde gebeurtenissen. Dit gold soms ook voor de namen van mensen en vaak had Swami de gewoonte om studenten en toegewijden aan te duiden met een speciale bijnaam die Hij op een speelse manier voor hen had verzonnen, zoals de stad waar zij vandaan kwamen (Bombay boy), of het land waar zij toe behoorden (Amerika man), of de vorm van hun lichaam (Padoka voor dikke mensen), of de lengte van hun lichaam (Palmboom voor een lang iemand), of het beroep (zoals dokter of professor), of een specifiek project (Hospitaal boy of Toneelstuk boy), of een bepaald karakteristiek iets zoals een bril (Soda glazen), of wit haar enzovoort. Natuurlijk was dit iets dat typisch bij Swami hoorde en waarvan wij intens genoten.)
Ik drong aan: “Swami, het was in orde dat U regelmatig ogenschijnlijk bepaalde dingen vergat terwijl U nog in het lichaam was, misschien vanwege Jeeva Prajna (ndividueel bewustzijn), maar hoe kunt U nu dingen vergeten terwijl U de hele tijd Uw zuivere Goddelijke Zelf bent?”

Prompt kwam het antwoord: “Oh,kijk, wanneer Ik besloot als Sathya Sai Baba te komen, nam Ik een bepaalde vorm aan, met bepaalde kwaliteiten, en omdat Ik nog steeds naar je toekom als Sathya Sai Baba, gedraag Ik Mij nog steeds als Sathya Sai Baba.”

Dat was een terugkaatser, om het maar even op een luchtige manier te zeggen.

Swami, U zegt dat U besloot als Sathya Sai Baba te komen, wie bent U dan?” Ik was zeer benieuwd.
Hij hoorde het, lachte en leunde een beetje naar voren in Zijn relaxstoel om dichter bij mijn gezicht te komen en fluisterde: “ALS JE MIJ WILT KENNEN, DAN MOET JE MIJ WORDEN!”

Ik overwoog in mezelf dat we mogen denken Hem te kennen vanwege onze associatie met Hem, gedurende een paar dagen of zelfs tientallen jaren, maar niemand heeft Hem werkelijk gekend. Zoals Hij eens heeft gezegd: “Alleen een andere Sai Baba kan deze Sai Baba begrijpen.” Dus is de enige manier om Hem werkelijk te kennen Hem werkelijk te worden, zuiver en zelfloos.

“Hé…, Tha staat voor Thatvamu (het Goddelijke Principe).”

Hij zei het met een lach, de Alomtegenwoordige Ene!

 

door:  Madhusudan Naidu

Ananda Vahini, nummer 79, 8 juni 2017

INZICHT – Van eind tot eind!

Op het moment dat Swami op de laatste dag in Kodai Kanal sari’s en kleding uitdeelde aan de vrijwilligers, wees zuster Swati Pai, als coördinator van het team, een klein groepje vrijwilligers aan en zei: Swami, anders dan zij die de drie dagen in gedeelten Seva hebben gedaan, zijn deze vrijwilligers van het ene eind tot het andere eind gebleven en hebben Seva gedaan.”

Swami was snel met zijn reactie: Zelfs Ik ben van het ene eind tot het andere eind gebleven.”

Hoewel het klonk als een simpele vaststelling, door dezelfde woorden van zuster Swati te herhalen, verhief Swami de betekenis naar een hele nieuwe dimensie.

Ja, Hij bleef altijd van het ene eind tot het andere eind en diende iedereen. Hij was altijd de eerste en de laatste bediende! Elke morgen werd Hij wakker om allen te dienen, totdat Hij weer ging slapen. Iedere dag in Kodai was de enige gedachte in Zijn hoofd wat Hij Zijn toegewijden zou kunnen geven, wat Hij hen nog meer zou kunnen zeggen, hoe nog meer voor hun comfort te kunnen zorgen.

Van het regelen van de westerse tot de noord en zuid Indiase koks, het arrangeren van de stoelen in de eetzaal, tot aan de Persoonlijke supervisie op het serveren van de maaltijden en het vragen naar het verlijf en het comfort. Van het geven van sjaals om de mensen warm te houden en fototoestellen om de eeuwige momenten vast te leggen, het uitdelen van dagboeken om de herinneringen in op te schrijven tot aan het schenken van pennen met een zaklampje om de weg te kunnen verlichten. Van ziel vullende sessies in de ochtenden tot aan de meest intieme interviews daar tussendoor, Hij was overal aan het dienen, dienen en dienen van iedereen.

Het was nog niet zo lang gelden dat iemand tijdens de Youth Meet in Duitsland aan Swami vroeg hoe Hem aan de jongeren die nieuw waren te introduceren en Hij zei: “Zeg hen dat Ik de dienaar van de dienaren ben, en niet de Meester van de meesters.”

door:  Madhusudan Naidu

Ananda Vahini, nummer 78, 1 juni 2017